Als het aan de parlementaire oppositie ligt, hebben we nog weken van
bangmakerij en gemopper voor de boeg. Verspilde tijd en energie.
De koopkrachtplaatjes die naar aanleiding van het regeerakkoord van VVD en
PvdA worden rondgestrooid, zijn ondingen. Ze vervuilen de politieke
discussie. Vijf redenen om de discussie subiet te beëindigen.
1. Koopkrachtdaling is onvermijdelijk
Er is grote vrees dat Nederlanders er flink op achteruit gaan. Maar om dat te
weten heb je geen koopkrachtplaatjes nodig.
Een simpel rekensommetje is genoeg. Het eerste kabinet Rutte beloofde 18
miljard euro aan bezuinigingen en lastenverzwaringen. Daarvan had men bij
het einde van het kabinet pakweg 6 miljard euro gerealiseerd; de andere 12
miljard euro zit nog in de pijplijn.
Daar bovenop kwam dit jaar de Kunduz-coalitie met 12 miljard euro extra aan
bezuinigingen en lastenverzwaringen. Rutte 2 ten slotte, doet er nog eens 16
miljard euro bovenop. In totaal moet Den Haag nog voor 40 miljard euro
ophalen.
De politicus die zich verbaast over de omvang van de koopkrachtdaling, heeft
zitten slapen toen Rutte 1, Kunduz en Rutte 2 de begrotingsplannen
presenteerden. En de politicus die nu eist dat we de koopkracht repareren,
moet er bij vertellen dat het begrotingstekort en de staatsschuld dan flink
oplopen.
2. Partiële blik op beleid
‘Maar we willen precies weten welke Nederlanders het hardst worden geraakt
door die 40 miljard euro aan ombuigingen’, roept de oppositie. Dat is prima,
maar in de koopkrachtplaatjes zul je het antwoord niet vinden. Die missen
een flink deel van de werkelijkheid.
Stel je voor dat Rutte 2 geen belastingen verhoogt, geen subsidies verlaagt of
aftrekposten schrapt. In plaats daarvan bezuinigt het kabinet 40 miljard
euro door 400 duizend ambtenaren te ontslaan. Dat is 400 duizend maal een
enorme daling van het gezinsinkomen.
Maar in de koopkrachtplaatjes zou je het niet terugzien. De koopkracht van
werknemers blijft gelijk, die van werklozen ook. Dat die laatste groep veel
groter is geworden, nemen de plaatjesmakers namelijk niet mee.
Als de overheid besluit om 40 miljard euro te bezuinigen door geen cent meer
uit te geven aan infrastructuur, gebouwen en materieel, dan gaan duizenden
ondernemers failliet en moeten ze de bijstand in. Maar ook dat zie je niet
terug in koopkrachtplaatjes.
Zo werkt het nu eenmaal in de kunstmatige werkelijkheid van de statische
koopkrachtberekening: tussen inkomensgroepen wordt niet bewogen. Daarom
geldt: hoe gedetailleerd je het koopkrachtbeeld ook maakt, het blijft een
partiële blik op de gevolgen van het beleid.
3. Er zijn grotere problemen
De aandacht voor koopkracht is vooral groot, omdat het voor het publiek zo
makkelijk is voor te stellen. Bent u een alleenstaande ouder met twee keer
modaal? Dat is dit uw dramatische verlies. De pijn is direct voelbaar.
Andere gevolgen van de crisis en het economische beleid doen veel meer pijn,
maar zijn minder makkelijk aan een bepaalde groep burgers te koppelen.
Door crisis en bezuinigingen neemt de werkloosheid alleen al volgend jaar met
50.000 personen toe. De val in inkomen voor deze mensen is groter dan in
welk koopkrachtplaatje ook. Alleen weten we nu nog niet wélke Nederlanders
dit ongeluk gaat treffen. Dus krijgt deze groep in de koopkrachtdiscussie
geen stem.
De kortzichtigheid op dit gebied wordt geïllustreerd door de
inkomensafhankelijke zorgpremie, die onder druk van de PvdA in het
regeerakkoord is opgenomen. Die nieuwe premie zorgt op korte termijn voor
wat koopkrachtverbetering voor lage inkomens, maar veroorzaakt op langere
termijn een daling van de werkgelegenheid met mogelijk meer dan
honderdduizend banen, zo berekende het Centraal Planbureau.
De PvdA ritselt aan de voordeur wat koopkrachtwinst voor laagverdienende
Nederlanders, terwijl door de achterdeur werkgelegenheid verdwijnt.
4. Geen makke schapen
In de koopkrachtplaatjes zijn alle Nederlanders makke schapen die zich blatend
naar de slachtbank laten leiden. Dat we ook iets kunnen doen om de
koopkrachtdaling te verminderen, zit niet het rekenmodel.We hoeven niet af
te wachten tot het koopkrachtmonster ons de strot afbijt, we kunnen zelf in
de aanval gaan.
Ouders die hun kinderen bij opa en oma brengen in plaats van naar de duurdere
kinderopvang, deeltijdwerkers die meer uren gaan maken, huiseigenaren die
extra aflossen op hun hypotheeklening om de rentelast te verminderen,
werklozen die na verkorting van de WW-duur harder op zoek gaan naar werk,
studenten die na afschaffen van de basisbeurs eerder afstuderen,
autoliefhebbers die (met bloedend hart) hun oldtimer van de hand doen: het
CPB houdt er geen rekening mee, maar het kan de pijn behoorlijk verzachten.
5. Inzoomen is zinloos
De Tweede Kamer heeft het budgetinstituut Nibud gevraagd om nog preciezere,
nog nauwkeurige koopkrachtplaatjes te tekenen voor alle mogelijke groepen en
deelgroepen van Nederlanders. Blijkbaar denkt de politiek dat het
koopkrachtbeeld duidelijker wordt door nog verder in te zoomen.
Maar dat is een misverstand. Te ver inzoomen, en het koopkrachtplaatje wordt
juist een slechtere voorspeller van de werkelijke pijn in de portemonnee.
Neem het ultiem ingezoomde koopkrachtplaatje: dat van het individuele
huishouden. Waardoor wordt de komende kabinetsperiode het financiële geluk
en ongeluk van zo’n enkel gezin bepaald? Eerder door het persoonlijke wel en
wee, dan door het kabinetsbeleid.
Is de hoofdkostwinner werkzaam in de bouw of in de zorg? Dat maakt nogal wat
uit voor de werkloosheidskans. Is er sprake van een goed of een slecht
huwelijk? Scheiden kost tientallen procenten koopkracht. Is er een leuke
erfenis te verwachten? Raakt de kostwinner overspannen of krijgt hij
promotie?
Gaat er iemand met pensioen? Wordt een van de kinderen vier jaar, zodat de
dure crèche kan worden ingewisseld voor de gratis dagopvang van de
basisschool? Lekt de dakkapel? Gaat de auto stuk? Gaat het gezin verhuizen?
Wordt moeder zzp-er? Begint vader een succesvolle webwinkel? Of een
onsuccesvolle?
Iedere paar jaar zijn er wel schokken in het inkomen van individuele
huishoudens, die de ‘dramatische’ procenten van het regeringsbeleid
overtreffen.
Lees ook op Z24:
Meer artikelen van Mathijs Bouman
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl